woensdag 6 oktober 2010

Amice, wat ik vind dat je moet weten. Brief aan Gerrit Zalm

Gisterenavond gesproken met J. een van mijn schuldeisers. Hij gaat de curator bellen omdat hij onder condities mee wil werken aan een doorstart. Het is goed om die steun in de rug te krijgen, maar ik reken nergens op.
Vanmorgen een brief aan Gerrit Zalm geschreven (zie verderop) en bij de notaris geweest om  te praten over het testament van mijn moeder. Ik heb ook openlijk verteld van mijn faillissement. De notaris was daar blij mee. Vaak wordt dat niet meteen gemeld, maar men komt er toch achter door te kijken in het solventieregister. De baten die ik ontvang uit de erfenis van mijn moeder vallen ten goede aan mijn schuldeisers. Dat lijkt me logisch. Ik ga daar zelf niet meer over, maar mijn curator. Een lening die ik twee jaar geleden had gekregen van mijn zuster en zwager, en die ik eventueel zou vereffenen met het testament van mijn
moeder, maakt nu onderdeel uit van mijn totale faillissement. Heel vervelend, want nu kan ik een in mijn familiekring gemaakte schuld niet onderhands regelen. Het blijft voor mij echter een ereschuld die ik bij leven en welzijn op langere termijn zal voldoen.

Verder heb ik vandaag een brief verstuurd aan Gerrit Zalm, als directeur van de ABN AMRO. De kans dat hij hem daadwerkelijk leest acht ik klein, ik probeer door de wijze van formulering de bureaucratie te omzeilen, maar ik beschouw het schrijven er van toch als belangrijk. Ik vind dat die bank zich volstrekt onverschillig gedraagt door mij in een vroeg stadium van mijn problemen zelfs maar een persoonlijk gesprek te weigeren. Ik heb besloten om hem een onconventioneel voorstel te doen. Met de brief rond ik mijn onvrede daarover in ieder geval af en kijk ik vooruit.

Ik plaats hem hier integraal voor de geïnteresseerde lezer.

persoonlijk

Aan:         ABN AMRO Bank N.V.
                  XXXXXXX
                  XXXXXXX                  
                 
T.a.v.:                Chairman of the Managing Board, Gerrit Zalm

Van:                  XXXXXXXXXXXX

                                                                                                                                                XXXXXXXX, X XXXXX 2010

Amice,
Hoewel alweer enige tijd geleden, kennen we elkaar nog uit de landelijke politiek. Ik heb altijd met interesse je carrière gevolgd. De zoon van een eerlijke middenstander, die met gezond optimisme en een positieve levenshouding schatbewaarder werd van Nederland. Ik was zeer tevreden toen Wouter de ABN AMRO borgde met een investering van 30 miljard en jou bereid vond om ‘mijn bank’ door dit zware weer heen te loodsen.

Ik benader je nu echter niet om te pluimstrijken, maar om je een serieus probleem onder je aandacht te brengen. Ik constateer namelijk dat sprake is van een ernstig cultuurprobleem op de werkvloer van jouw bank, waarover jij naar mijn oordeel van op de hoogte moet worden gesteld. Is het niet voor mezelf, dan is het wel van belang voor al die hardwerkende andere éénmansbedrijven en kleine ondernemers die een relatie met jouw bank hebben: Gepassioneerde ondernemers, die wel eens teleurgesteld kunnen raken in de waarden die de bank in haar communicatiedragers tot uitdrukking brengt, maar die in de praktijk geen inhoud (b)lijken te hebben.
In beeldspraak verwoord, sprekend uit ervaring, ervaar ik dat in goede tijden de ABN AMRO bank als een hyperactieve schoenpoetser mijn schoenen poetst met voor mij financieel glanzende voorstellen die mij een soepele tred beloven. In slechte tijden wanneer die schoenen ineens loodzwaar wegen, blijkt dat de bel naast de voordeur van de bank is verwijderd.

Net zoals jouw bank, is mijn onderneming namelijk door de crisis tijdelijk ook in zwaar weer terecht gekomen. Als echte ondernemer heb ik vroegtijdig contact gezocht met de bank. Tot mijn onaangename verrassing kreeg ik echter de mededeling dat ik als eenmansbedrijf te klein was om een gesprek aan te gaan over mijn financiële situatie. ‘Het werd schriftelijk afgedaan.’ Dat mij een gesprek geweigerd wordt, waarin ik de situatie uiteenzet en mijn voorstel om mijn positie op te lossen, vind ik getuigen van een onverschilligheid die het negatieve imago van banken in deze crisis alleen maar versterkt. Het lijkt welhaast op een ambtelijke reactie die je niet van een zakenbank die midden in de samenleving staat zou verwachten.
Voor de goede orde, mijn kritiek richt zich op de desinteresse en afstandelijkheid van jouw medewerkers, waarmee ik geconfronteerd wordt. Niet zozeer op mogelijke conclusies die de bank uit mijn financiële positie of mijn voorstellen om het op te lossen zou trekken.

Op slag werd ik gereduceerd tot een dossier in een maalstroom van opeenvolgende standaardprocedures die er toe geleid hebben dat ik mijn onderneming met wel degelijk toekomstperspectief, ik citeer externe deskundigen, op eigen initiatief failliet heb moeten laten verklaren.

Natuurlijk stemt dat niet vrolijk, dat wil echter niet zeggen dat ik bij de pakken neer ga zitten. Mijn Leitmotiv is en blijft: ‘Problemen zijn kansen in werkkleding.’ Ik voel me geen slachtoffer, ik ben ten alle tijden zelf verantwoordelijk voor mijn financiële positie, maar ik ben wel zeer teleurgesteld in de onverschillige wijze waarop jouw bank met mijn type ondernemers omspringt. Ik kan me niet voorstellen dat jij als zoon van een middenstander tevreden kunt zijn over  een dergelijke afstandelijkheid en bedrijfscultuur. Ondernemen en bankieren draait niet alleen om geld, maar draait juist ook om goede menselijke relaties.

Naast het bankdossier, ben ik nu inmiddels een rechtbankdossier. Mijn curator werpt in feite alleen maar blokkades op om zelf mijn financiële situatie op te kunnen lossen. Ze wil zo snel mogelijk van me af, stel je voor dat je zelf verantwoordelijkheid wilt nemen voor je schulden, dan had ze nog niet eerder meegemaakt. Ze wil mij het liefst in een traject van de WSNP plaatsen. Ik moet dan maar mijn denkkracht parkeren en een baantje zoeken en na drie jaar persoonlijke stilstand en niet kunnen bijdragen aan dit mooie land, kunnen jouw bank en enkele schuldeisers fluiten naar hun geld.
Zo zit ik zelf niet in elkaar, er is kennelijk geen waardering of interesse in je, als je zelf initiatieven neemt om tot een oplossing te komen die winst betekent voor alle partijen.

Als ondernemer ben en blijf ik een vrijdenker. Dat heeft me goede tijden opgeleverd. Belemmerende privéomstandigheden vanwege ziekte in mijn omgeving in combinatie met de crisis heeft me echter voor even in een neerwaartse spiraal gemanoeuvreerd. Externe deskundigen, die mijn tak van ondernemen goed kennen, geven echter aan dat ik goede proposities voor de toekomst heb en willen  bovendien behulpzaam zijn bij een doorstart. Dat is een mooie constatering, maar met dat verhaal kan ik nog steeds de deurbel van jouw bank niet vinden. Zo blijf ik op dit moment gereduceerd tot het dossier van een schuldenaar. Op de stapel van meerdere bureaus en gedwongen tot inactiviteit.
Daar wil ik natuurlijk zo snel mogelijk van af. Daarom richt ik me tot jou met een  onconventioneel voorstel over mijn situatie.

Ik constateer op grond van deze ervaring dat op de werkvloer van jouw onderneming men wel wat frisse input en inzicht kan gebruiken over wat er leeft en speelt op de werkvloer van de samenleving. Beter inzicht  en gevoel met wat er speelt bij kleine ondernemers zal de klantvriendelijkheid en daardoor ook de resultaten van de bank positief beïnvloeden. Het verwoorden van positieve denk- en ondernemerskracht is een geroemde kwaliteit van mij. Ik stel je daarom voor dat ik, in de vorm van een koffietafelboek, komend half jaar veertig ondernemers interview over, hun passie om te ondernemen, hun zorgen, hun ambities en hun verwachtingen ten aanzien van een bank. Het geeft een boeiend inzicht in de drijfveren en de verwachtingen van mensen waarmee iedere bankmedewerkers zijn voordeel kan doen, maar die ook potentiële klanten met vertrouwen naar jouw bank zal doen kijken: De ABN AMRO begrijpt mij. 
Met die inzet voor zo’n product vereffen ik dan mijn schuld en heeft de ABNAMRO een mooi en origineel relatiegeschenk en crisisbestendig onderdeel van het kerstpakket van 201O. En als er ruimere belangstelling voor is, hetgeen ik bepaald niet uitsluit, zijn de royalty’s voor de ABN AMRO bank.

Gerrit, je merkt dat ik nog steeds meerdimensionaal  denk, dus ten slotte nog een besparingstip voor de interne bedrijfsprocessen. Ik krijg de stellige indruk dat de ene ABN AMRO dienst niet weet wat de andere doet. Mijn creditkaart is om bovenstaande redenen natuurlijk al enige tijd, en volkomen terecht, geblokkeerd. Ik krijg echter nog steeds brieven waarin de bank mij credticard arrangementen aanbiedt zoals het met korting bijwonen van Championsleague wedstrijden.  Enkele dagen later krijg ik dan weer van een andere dienst een brief dat mijn creditkaart geblokkeerd is, hetgeen is allang wist. Weer later brengt men mij dan de kosten van twee nieuwe bankpasjes in rekening.
Ik stel het natuurlijk erg op prijs dat jouw medewerkers mij nog steeds tot de ABNAMRO familie wil rekenen ook al kan ik nergens de deurbel meer vinden, maar om de bedrijfskosten van de bank te drukken lijkt me een intern familieberaad niet onverstandig.

In afwachting van je reactie,


Ongebroken, enthousiast en vol vertrouwen
XXXXX, XXXXXXXXX 

1 opmerking:

  1. fantastisch......
    wij komen als kleine zelfstandige graag in je koffiehoek om te horen waar die deurbel zit.Ook wij hadden vertrouwen in de ABN AMRO is en zitten noodgedwongen nog aan ze vast.Corruptie onder de medewerkers,een hele grote doofpot als het om fraude binnen de bank gaat en geen deurbel als je voor je rechten langs wilt komen.Ik kan je amice nog wel een staaltje vertellen.

    BeantwoordenVerwijderen